Ik ben Maartje en ga jullie iets vertellen over mijn zus Rozalie. Ze is vijf en heeft Williams syndroom. Haar gezicht lijkt op andere kinderen met Williams syndroom. Ze heeft een kleine neus met een bolle punt. Ook heeft Rozalie veel dikkere lippen en bollere wangen dan mijn ouders en ik. En ze heeft ook een andere kleur ogen dan wij. Wij hebben bruine ogen en Rozalie blauwe; dat komt ook vaker voor bij Williams syndroom. Toen Rozalie nog klein was, is ze geopereerd aan haar hart. En al vanaf het begin kon ze niet zo goed eten. Als ze gegeten had, spuugde ze het vaak weer uit. Maar nu gaat het beter met eten. Ook had Rozalie meer tijd nodig om te leren lopen.
Ze begrijpt wat minder dan andere kinderen, maar praten kan ze als de beste. Het duurde langer dan bij mij voordat ze ging praten. maar dat merk je nu niks meer van. Ze praat tegen iedereen op straat en in de winkel. Mijn zusje is een enorme kletskous. Ook is ze helemaal niet verlegen. Daarom vind ik het hartstikke gezellig om samen met Rozalie boodschappen te doen. Maar soms zijn we best lang onderweg door al dat geklets!
Kenmerken
Kinderen met Williams syndroom:
- hebben vaak een brede mond, dikkere lippen en bolle wangen,
- hebben vaak een kleine neus met opgewipte neuspunt,
- hebben meestal blauwe of groene ogen,
- hebben als baby vaak problemen met eten,
- hebben meestal iets aan hun hart,
- beginnen later met praten,
- hebben vaak meer tijd nodig om te leren zitten en lopen,
- hebben vaak een vriendelijk en gezellig karakter,
- hebben meestal een verstandelijke beperking,
- hebben vaak gevoel voor muziek.
Niet iedereen met Williams syndroom heeft hetzelfde. De een heeft dit de ander dat.
Hoe vaak komt het voor?
In Nederland worden er per jaar ongeveer 10 tot 15 kinderen geboren met Williams syndroom. Ze noemen het daarom een zeldzame ziekte.
Wat is er aan te doen?
Het Williams syndroom is niet te genezen. Soms is een operatie nodig voor het probleem met het hart. Logopedie kan helpen bij het leren praten en eten. Fysiotherapie kan helpen bij het leren maken van bewegingen. Een speciale school kan helpen bij het leren.
Is het erfelijk?
Meestal is iemand de eerste en de enige in de familie met het Williams syndroom. Daarna kan iemand het aan een kind door geven.
Persoonlijke verhalen
Heb jij ook een broertje of zusje met deze aandoening?
Schrijf ons dan jouw verhaal, of maak een tekening. Allebei kan natuurlijk ook.
Zet bij de tekening je leeftijd, en de ziekte waar de tekening over gaat.
Stuur een e-mail naar erfolijn@erfocentrum.nl.
Leesboeken
Er zijn ook leesboeken over ziektes.
Je kunt daarin lezen hoe het is om een aandoening te hebben.
Of hoe het is als je broer of zus, of vriendje of vriendinnetje dat heeft.
Klik hier voor een overzicht van boeken.
Alle boeken kun je lenen in de bibliotheek.
Links voor kinderen
Ja dokter, nee dokter
Wat heb je als kind wel en niet te vertellen bij de dokter? Website van de vereniging Kind en Ziekenhuis.
Links voor broertjes & zusjes
Bij 2BeCool vind je allerlei informatie voor en over jonge mantelzorgers.
Links voor ouders
Williams syndroom
Informatie van het Erfocentrum
Nederlandse Vereniging Williams Beuren syndroom
Het Ouderkompas
Speciaal voor alle ouders die vanwege de zorg voor hun kind regelmatig in het ziekenhuis komen.