Nadat Ross (12) de diagnose oogkanker heeft gekregen, is hij in niets meer normaal, terwijl hij dat juist graag wil zijn. Zijn gezicht is door een operatie beschadigd, zijn haar valt uit en hij moet een grote hoed dragen om zijn oog te beschermen. Ross’ beste vriendin Abby steunt hem, maar hun gezamenlijke vriend Isaac laat het afweten. In de bestralingskliniek maakt Ross nieuwe vrienden en ontdekt hij de kracht van muziek (maken). Dit boek gaat over de ziekte van Ross, maar ook over de invloed die zijn ziekte heeft op vrienden en familie.