Ruben en ik zijn broers. We hebben dezelfde ouders. Maar hoe kan het dan dat we er niet precies hetzelfde uitzien? Dat is omdat moeders en vaders niet ál hun eigenschappen doorgeven aan hun kinderen. Ze geven elk kind maar de helft. Welke helft een kind van de ouders krijgt, is steeds verschillend. De helft die je van je vader en van je moeder krijgt, zorgen er samen voor hoe je eruit ziet.
Ik heb dezelfde ogen als mijn moeder, maar Ruben niet. Haar oogkleur heeft mijn moeder dus niet doorgegeven aan Ruben. Maar wel aan mij. Helaas heeft ze ook haar ziekte doorgegeven aan mij. Maar Ruben heeft de ziekte niet gekregen!
Terug naar: wat is erfelijkheid?