De ouders van Tess komen tijdens de pauze op school. Sjoerd, de broer van Tess, moet naar het ziekenhuis om bloed te laten prikken. Tess en Hanna, het jongere zusje, gaan met Paulien, de oppas, mee. Als de ouders 's avonds weer thuiskomen, is Sjoerd er niet bij. Hij moet in het ziekenhuis blijven. Tess en Hanna horen een gesprek tussen de ouders: misschien heeft Sjoerd wel leukemie. Daar schrikken ze erg van, want op televisie hebben ze er wel eens wat over gezien. Tess en Hanna bedenken een manier om Sjoerd beter te maken.