
Hoi, ik ben Chang. Ik ben 12 jaar. Ik zit in groep 8. Mijn vriend Jeroen zei vorige week dat hij contactlenzen krijgt, omdat hij veel sport. Toen vertelde ik dat ik ook contactlenzen heb gehad als klein kind. Daar had hij nog nooit van gehoord. Ik vertelde hem hoe dat zat.
Toen ik geboren was, waren mijn pupillen wit. Normaal hebben ze een zwarte kleur. Je weet wel, je pupil zit in het midden van je oog. Kijk maar bij de informatie van Wikikids over het oog. Mijn ouders waren bezorgd. Daarom gingen ze met mij naar de oogarts. De oogarts keek mijn ogen goed na. Die zei dat ik aangeboren staar had.
Van staar heb je misschien wel eens gehoord. Het komt vaak bij oude mensen voor. Misschien had je opa of oma het wel. Vraag het ze maar eens! Maar er zijn niet zoveel kinderen die staar hebben. Dan is de lens in je oog troebel. Die lens zorgt er voor dat je scherp kunt zien. Maar bij staar zie je dus wazig. Omdat ik het vanaf mijn geboorte had, noem je het aangeboren staar.
Snel na het bezoek aan de oogarts kreeg ik een operatie aan mijn ogen. Daarbij werden de lenzen uit mijn ogen gehaald. Soms zetten ze dan een kunstlens terug. Maar omdat ik nog klein was en mijn ogen nog groeiden, heb ik eerst een paar jaar contactlenzen gehad. Dat was in het begin best lastig voor mijn ouders. Ik wreef vaak in mijn ogen. Ook vond ik het niet leuk als ze de contactlenzen moesten wisselen. Maar na een tijdje wende ik er aan. Mijn ouders merkten toen dat ik wat beter kon zien. Ze hadden mij een opvallende zebraknuffel gegeven. Ik kroop er meteen naartoe als ze die knuffel vlakbij mij neer legden.
Toen ik 4 was, kreeg ik contactlenzen waarmee ik verder weg kon zien. Om dichtbij te zien had ik een bril nodig. Toen ik nog wat ouder was, kreeg ik kunstlenzen. Daarvoor heb ik een operatie gehad. Nu heb ik die kunstlenzen nog steeds. Ook heb ik een bril om dichtbij te zien. Ik kan best goed zien. Gelukkig. Maar het kan ook anders lopen. Dat je slechtziend bent bijvoorbeeld.