De eenhoorn Turjotin, die eeuwenlang alleen door de wouden van Ruiseland dwaalde, neemt op een dag het besluit naar de bewoonde wereld te gaan. Op zoek naar een soortgenoot ontmoet Turjotin allerlei dieren waaronder een slang, mieren, een kangoeroe en ook een mens. Hij hunkert naar aandacht en vriendschap en het komt telkens tot een gesprek. Maar hij ontmoet overal onbegrip en spot. Soms ook agressie want onbekend maakt onbemind. Met zijn hagelwitte vel en een toeter als een tuit op zijn kop krijgt hij de lelijkste dingen naar zijn hoofd. Ontgoocheld door alles wat hij ervaart, wijst zijn hoorn op een dag weer als een kompasnaald naar Ruiseland. Pas dan leert een eekhoorn hem hoe uniek hij is en dat er niemand bestaat zoals hij. Kinderen met een handicap kunnen veel herkenning vinden in de ervaringen van Turjotin. En ieder die dit leest vanaf ca. 9 jaar kan zich wel ergens herkennen in de wederzijdse reacties.